Je begint op een gemarkeerd afslaggebied. Hier leg je de bal neer. Belangrijk is dat de bal wordt geslagen, niet geschoven.
Nu zijn er verschillende mogelijkheden:
- De bal heeft de grenslijn of het obstakel niet overschreden: Er volgt opnieuw een slag vanuit het afslaggebied.
- De bal heeft de grenslijn overschreden, maar is niet in de hole beland: De volgende slag gebeurt vanaf het rustpunt. Hierbij mag de bal 20 cm van de randen worden neergelegd. Gewoonlijk zijn er lijnen voor de neerlating aanwezig.
- De bal is in de hole. Perfect.
Het aantal slagen per baan wordt genoteerd voor elke speler. Maximaal zijn 6 slagen per baan toegestaan. Is de bal daarna nog steeds niet in de hole, worden 7 slagen genoteerd.