
Huur
Huur van Aareböötle van Thun naar Bern
Duur: 6 uren
1 Activiteiten
Filter
Beter dan 4.5 sterren
Beter dan 4 sterren
Beter dan 3.5 sterren
Beter dan 3 sterren
NEU / Geen beoordeling
Met een bootje varen is een bijzonder populaire activiteit in de zomer voor families en vrienden. Bootje varen is het Nederlandse woord voor het met een rubberboot, een luchtbed, een opblaasboot of zelfs een zwemband jezelf laten drijven op de Zwitserse rivieren.
Wat doe je tijdens het bootje varen? Bij het bootje varen stap je met je drijvende voertuig op een plek in de rivier en laat je jezelf drijven. Je kunt op elk gewenst punt uitstappen en met de trein of bus terug naar het vertrekpunt gaan. Vergeet niet je waterdichte tas met water, droge kleding, schoenen en andere dingen die je nodig hebt voor de terugweg.
Dit is bijvoorbeeld heel populair in Zürich, waar in de zomer veel vrienden, families en koppels met een klein luchtbootje, een roze flamingo of een zwemband de Limmat afdrijven.
Bij het kiezen van de juiste route en de juiste rivier heb je de keuze van je leven. Helemaal onderaan de pagina vind je in de FAQ belangrijke informatie over uitrusting, veiligheid en specifieke gevaren bij het varen. Belangrijk is vooral om op tijd te beginnen met het verlaten van gevaarlijke plekken, krachtcentrales en dammen.
Bij het kiezen van de juiste route en de juiste rivier heb je volop keus. We hebben voor jou belangrijke informatie over uitrusting, veiligheid en specifieke gevaren tijdens het varen samengesteld in de FAQ onderaan. Het is vooral belangrijk om op tijd het afvaren bij gevaarlijke plekken, krachtwerken en stuwen te beginnen.
Er zijn talloze populaire rivier tochten in Zwitserland. Hier zijn in het kort de 10 mooiste vaartochten samengevat:
Aare: Thun naar Bern (3-4 uur): Dit is de bekendste en populairste Aare-raftingroute, die van Thun Schwäbis over de legendarische Uttigen-stromingen naar Bern leidt. Deze route kan ook verkort worden (Uttigen-Camping Eichholz)
Ticino (Tessin): Cresciano tot Arbedo (1,5 tot 2 uur): de aanvankelijk nog wilde rivier stroomt langs beboste hellingen en steigers met uitzicht op de Tessiner Alpen
Reuss: Bremgarten naar Gebenstorf/Windisch (4 uur): een zeer mooie route, die echter vanwege de stromen en rotsen en een stuw achter Bremgarten veel aandacht vereist; het kan in Mellingen worden ingekort.
Rhein: Stein am Rhein tot Schaffhausen (3,5 tot 4,5 uur): langs bossen, weiden en romantische dorpjes gaat het ontspannen naar Schaffhausen met de indrukwekkende Rijnwatervallen.
Linth: Wesen naar Schmerikon (3 tot 4 uur): De tocht verbindt het Walensee met het Obersee.
Limmat: Zürich naar Dietikon (2 tot 2,5 uur): de route wordt veel bevaren en kan voor de veiligheid ook na de Höngger-stuw worden gestart.
Saane/Aare: Gümmenen naar Aarberg (3-4 uur): De vaart gaat van de Saane naar de Aare, deels door een natuurreservaat (zwemmen is daar verboden)
Reuss: Sins naar Rottenschwil (3-4 uur): de route op de bovenloop van de Reuss kan al vanaf Gisikon beginnen, de tocht heeft bijna geen gevaarlijke plekken
Rhein: Neuhausen am Rheinfall tot Rheinau (3-4 uur): De indrukwekkende Rijnwaterval is het begin van een romantische tocht naar het klooster van Rheinau.
Rhone: Genève, Pont Sous-Terre – Genève, Le Lignon (2 tot 3 uur): De vaart leidt door vooral onbekende delen van de Genfer regio met prachtige bruggen
Niet iedereen wil meteen een eigen rubberboot kopen om deze recreatieve sport te beoefenen. Een goede alternatief is bootverhuur, die vaak zelfs de boten komen brengen en ophalen. En voor mensen die zich nergens zorgen om willen maken, zijn er begeleide Böötle.
De aanbieders beschikken over een veiligheidscertificaat en een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering. Ze bieden bepaalde routes aan, begeleiden de rubberboten en letten op hindernissen en gevaren. Hieronder zijn per rivier zowel bootverhuurders als aanbieders van begeleide tochten opgesomd.
Begeleide tochten zijn afhankelijk van de weersomstandigheden tussen mei en eind oktober beschikbaar.
Op het 27 km lange traject tussen Thun en Bern wemelt het in de zomer van de rubberboten die aan het Böötlen zijn. Dat is geen verrassing, want dit stuk is een van de meest populaire in Zwitserland. In 2011 waren er 598 boten met 1214 deelnemers. Hiermee werd het wereldrecord en een vermelding in het Guinness Book gevestigd.
Maar ook op het Kallnach- en Hagneckkanaal mag je met je opblaasboot lekker drijven, er zijn geen gevaarlijke plekken.
Het traject tussen Schwellenmätteli en de stuwdam Felsenau kun je ook gebruiken om te Böötlen, deze route is aangenaam rustig.
Tussen Wohlensee en Aargau is er een Böötlestrook die als een sportieve alternatieve wordt gezien. Deze route is meer een raftingroute en niets voor luiheid. Je moet samen met volle snelheid peddelen om vooruit te komen, want de Aare stroomt hier heel langzaam.
Verder vind je acht geschikte etappes voor een Böötle op de in totaal 288 km lange Aare tussen Biel (Nidau) en Full/Reuenthal:
Waterstand Aare: De aanbevolen afvoerhoeveelheid is in Brügg: <400 m3/s.
Ongeveer vijf kilometer na de instap in Thun bereik je de spoorbrug bij Uttigen met de beruchte Uttigen-golf. Hier moet je het gewicht in de boot gelijkmatig verdelen en de golf centraal aanvallen.
Je moet regelmatig uitwijken voor passagiersschepen en af en toe voor een Wiff, en bij veerplaatsen moet je in het midden blijven varen.
Bij Münsingen moet je rekening houden met dood hout en ondiepten.
Voor een traject “rondom Bern” moet de stuwdam Engehalde worden omvaren.
In Büsen is het verboden om de Aare-zijtak „Häftli“ van de lente tot de herfst te bevaren.
Tussen Wangen a.A. en Murgenthal kom je door twee natuurreservaten waar in- en uitvaren verboden is. Voor de waterkrachtcentrale Wynau zijn de Aarestau Wynau en de oude grindgroeve Schwarzhäusern zo'n gebied. Je mag erdoorheen varen, maar je moet tien meter afstand van de oever houden. Hetzelfde geldt voor de „Vogelraupfi“ tussen Berken en Bannwil. Je moet het eiland op een afstand van minstens 50 m aan de zuidkant omvaren.
Na Wangen stapelen zich de waterkrachtcentrales op en voor de betreffende stuwen moet je absoluut uitvaren. Kort voor Aarwangen bereik je de waterkrachtcentrale Bannwill (omvaren aan de linkerkant), na Aarwangen de waterkrachtcentrale Wynau/Schwarzhäusern (ook aan de linkerkant omvaren), na Wolfwil komt de Aare-Cheer. Je moet de golven in de gaten houden! Na Solothurn bereik je de volgende waterkrachtcentrale: Ruppoldingen. Hier moet je naar rechts omvaren.
Andere gevarenzones zijn het keerwater Aare-Waage bij Aarburg en de rots Chessiloch voor de houten brug in Olten. De Aare wordt bij Aarburg door eenrotsklok naar links gedwongen. Dit creëert een grote keerwater – genaamd “Woog”. Het water stroomt door de vortex terug. Je kunt het Woog het beste aan de linkerkant omvaren.
Na Olten vaar je tussen Trimbach en Winznau in het krachtwerkskanaal (krachtwerk Olten-Gösgen). Vanwege een stroomtrek naar de dam moet je helemaal links langs de oever varen.
De stuwinstallatie in Aarau (krachtwerk Rüchlig) moet je voorzichtig benaderen. Het uitvaren vereist bijzondere voorzichtigheid. Je moet het beste helemaal rechts varen, vanwege de stroomtrek richting de dam. Meerdere boten moeten een voor een aanlanden.
In Brugg moet de rubberboot ongeveer 1.200 m worden gedragen. Om veiligheidsredenen moet de diepe en wilde kloof niet worden bevaren.
Het mondingsgebied Aare-Reuss-Limmat wordt Wasserschloss genoemd. Alle eilanden die daarbij horen, mogen niet betreden worden.
Bij het Klingnauer Stausee bevindt zich een beschermgebied van internationaal belang voor water- en trekvogels. Je moet alle natuurzones met een afstand van 50 m omvaren en de aangegeven toegang tot de uitlaatplaats absoluut volgen. Over het algemeen mag je wel door het natuurgebied varen, maar niet stoppen of aanlanden.
Bij het Böötle moet je letten op de gebruikelijke instaplocaties. Deze zijn bijzonder geschikt en hebben zich bewezen.
De instaplocatie in Thun bevindt zich bij Allmund-Schwäbis aan de rechteroever van de rivier, achter de Regiebrug bij het restaurant Bellevue. Het station Schwäbis (Steffisburg) ligt er direct naast.
Er zijn nog andere instaplocaties in Uttigen, Kiesen, Thalgut Wichtrach, Münsingen en Rubigen. Na de stuw Felsenau is er in Wylergut nog een andere instaplocatie.
In Bern vind je de instaplocatie bij Schwellenmätteli, Dalmaziquai 11, direct naast de Schwellenmätteli-restaurants.
In het Wohlensee kun je eigenlijk overal instappen. Een goede mogelijkheid is de Wohleibrücke, die zeer geschikt is voor de instap.
In Nidau aan het Bielermeer vind je de instap voor Biel onder de sluis. Er zijn parkeerplaatsen en toiletten in de directe nabijheid. Een volgende instapmogelijkheid vind je nabij het informatiecentrum Altreu bij de rivierbocht.
In Wangen a.A. stap je in naast de Städtli-brug.
In Aarwangen kun je aan de Schlipf voor het Pontonier-clubhuis nog voor het kasteel links instappen.
In Murgenthal kun je rechts aan de trap voor de Aarebrug instappen.
De volgende uittapplaatsen zijn getest en moeten om veiligheidsredenen ook gerespecteerd worden.
De populairste route voor Limmat-Böötle is het traject tussen Zürich en Dietikon. Het is goed bereikbaar met het openbaar vervoer en is door de nabijheid van de grote stad altijd drukbezocht. De interessante mix van stedelijkheid en mooie natuur biedt veel ontspanning.
De Limmat wordt op de 10 km tussen Zürich en Dietikon veel bevaren, maar je kunt ook pas instappen bij de Höngger Wehr zodat je het ombooten bij de weir kunt vermijden. De door bevers natuurlijk vormgegeven oevers beginnen na de Werdinsel achter de weir. Het verdere traject voorbij Baden eindigt uiterlijk bij de Kappelerhof.
Een populaire instapplaats is rechts de trap van het Wipkingerpark in Zürich. Het is rechtstreeks bereikbaar met tram lijn 13.
Bus en tram zijn bereikbaar. Direct na de Höngger Wehr is er een andere instaplocatie. Dit is de plek die aan de linkerkant bereikbaar is na het omtragen van de boten.
Het Höngger Wehr is erg gevaarlijk. Hier gebeuren regelmatig ongelukken omdat mensen de uitstapplaats missen. De uitstapplaats voor het Höngger Wehr bevindt zich aan de linkerkant.
Bij het Mühliwehr vaar je links voorbij. Ook het weir bij het Kraftwerk Aue moet worden omzeild en uiterlijk voor het weir van het Kraftwerk Kapellerhof moet je uitbooten.
Op het stuk tussen het Wipkingerpark tot het Höngger Wehr (onderste Limmat) moet volgens de veiligheidsinformatie van de stad Zürich, bij een afvoer van meer dan 100 m3/s, de Limmat niet met een rubberboot worden bevaren.
De uitstapmogelijkheden voor de Wehranlage Höngg zijn links uithangend aangegeven. Je boot moet uitgeladen worden bij de betonrampe. Je moet de boten 60 meter te voet omtragen.
De Allmend Glanzenberg is al daarom een handige uitgestapplaats, omdat je hier veel ruimte, toiletten en een directe toegang tot het S-Bahnstation Glanzenberg hebt.
Voor vlottochten met een rubberboot is de licht gebogen Reuss een populaire keuze. De Reuss is op veel plekken een natuurwater. Ze biedt veel rust, maar heeft ook avontuurlijke gedeelten.
Tijdens de tocht passeer je enkele opmerkelijke bruggen, zoals de mooie houten douanebrug bij Sins. Houd rekening met kunstmatige obstakels en enkele stuwen, maar verder kun je de Reuss goed met het vlot verkennen. Ze heeft naast rustige stukken ook delen met een sterke stroming.
Met name de Onderste Reuss vraagt om je volle aandacht. Waarschuwingssignalen moet je altijd in de gaten houden en mogelijke in- en uitstapplaatsen alvast verkennen. Bijna op alle trajecten zijn er mogelijkheden voor een vroegtijdige uitstap.
Het gedeelte tussen Bremgarten en Gebenstorf is een populaire vlottocht op de Reuss. Het is 24 km lang en hoort bij de Onderste Reuss. Er zijn nog twee andere trajecten op de Bovenste Reuss tussen Sins en Rottenschwil en Gisikon en Rottenschwil.
De Reuss is de vier grootste rivier van Zwitserland. Omdat het een gletsjerrivier is, zijn er in juni en juli, vooral na extra regenval, vaak hogere waterstanden. Het varen met een rubberboot is daarom bij deze weersomstandigheden niet zonder risico.
De Onderste Reuss behoort tot de mooiste riviertrajecten.
De Bovenste Reuss komt langs de plaatsen Gisikon, Sins tot Rottenschwil.
Op het traject zijn er geen bijzondere gevarenplaatsen. In Ottenbach bij de stuw moet je je links houden. Bij het tegemoetkomen van grotere boten is extra voorzichtigheid echter geboden.
De populairste uitstapplaats is Rottenschwil, voor de Reussbrug links. Zowel parkeerplaats als bushalte Rottenschwil/Hecht liggen direct bij de uitstap. Maar je kunt ook in Ottenbach uitstappen. Tegen de tijd dat je bij het Kraftwerk Bremgarten bent, moet je vanwege de stuw uitstappen.
De populairste plek voor een Böötle op de Rijn is het stuk tussen Stein am Rhein en Schaffhausen. Deze route is ongeveer 18 km lang. Diessenhofen ligt ongeveer in het midden en kan ook als uitstapplaats worden gebruikt. De Hoge Rijn is vooral populair vanwege het romantische landschap.
Schaffhausen met de waterval is een bijzonder hoogtepunt. Met een hoogte van 23 meter en een breedte van 150 meter behoort de waterval tot de grootste en waterrijkste watervallen van Europa. Neuhausen (achter de centrale van Schaffhausen) als instapplaats voor een Böötle brengt je naar Rheinau (10 km) en Rüdlingen (20 km) en begint direct bij de waterval.
Een Böötle tussen Rheinau en Eglisau is ongeveer 16 kilometer lang. In de dichtbeboste kloof aan beide zijden kunnen bevers en ijsvogels worden gespot. Na het omdragen van de boot bij de centrale van Eglisau is het makkelijk om door te varen tot Hohentengen/Kaiserstuhl. Maar voor dit stuk moeten de peddels worden gebruikt.
Op de verdere route tot Koblenz/Waldshut is er bij Kadelburg de Koblenzer Laufen, een gevaarlijke stroomversnelling. Deze is dus niet geschikt voor een zelfgeorganiseerd Böötle. Er worden echter begeleide Böötle-tochten door de Koblenzer Laufen aangeboden.
Voor boottochten is het belangrijk om van tevoren de juiste instapplaatsen te kennen.
De Ticino wordt op de laatste kilometers voor zijn samenvloeiing met het Lago Maggiore gekanaliseerd en stroomt bijzonder rustig. De oevers zijn verstevigd en langs de rivier staan rietkragen die naar het meer wijzen. Hier neemt de stroming ook af. Na het uitbooten kun je nog een sundowner genieten bij de strandbar.
De tochten worden ofwel tussen Cresciano en Bellinzona of Bellinzona en Magadino gemaakt en duren respectievelijk 1,5 en 2,5 uur voor 10 en 16 kilometer. De rivier Ticino wordt ook Tessin genoemd. Het Tessiner-gebergte torent boven je tijdens de boottocht.
Het waterpeil bij Bellinzona is met 15-100 m3/s ideaal voor een rubberboottocht.
De rivier Ticino, die vanaf Cresciano deels nog wild is, stroomt langs kiezelbanken en beboste hellingen die uitnodigen om te grillen. Het varen bij een laag waterpeil is niet aan te raden.
In Cresciano leidt een pad onder het sportveld naar de oever bij de instapplaats. Je reist van Bellinzona via Castione naar de bushalte Cresciano, Paese. Vervolgens ga je te voet verder.
De instap Bellinzona bereik je door naar de brug te lopen vanaf bushalte „Bellinzona, Via Lepori“. Van daaruit ben je direct bij het water.
Kort na de instap in Cresciano zijn er enkele schuimen. Tussen de stenen moet je oppassen voor giftige adders, na de Passerella di Claro-Gnosca aan de linkerkant is er een stenen dam.
Op het traject tussen Bellinzona en Magadino zijn er naast enkele grote rotsblokken in het water geen gevaren.
De uitstapplaats Bellinzona ligt vlakbij een bushalte. Uittappen is ook al mogelijk bij Arbedo. In Arbedo mondt de rivier Moësa na de snelwegbrug in de Ticino, direct na de samenvloeiing aan de linkerkant kun je uitbooten. Vanaf de uitstapplaats heb je ongeveer 10 minuten lopen naar de bushalte Arbedo, Molinazzo.
Magadino ligt al in het Lago Maggiore. Zodra je over de Ticino in het Lago Maggiore bent aangekomen, richt je je op de witte kerk van Magadino. Daaronder is een klein schiereiland waar je kunt uitbooten. De bushalte „Magadino, Casa Comunale“ vind je enkele stappen de hoofdstraat omhoog.
De Glatt is maar 38,5 km lang, maar lang genoeg voor een fijne tocht door de natuur. De rivier loopt van het Greifensee naar de Rijn. De ongeveer acht kilometer lange route tussen Rümlang en Oberhöri is geschikt voor een rit met een rubberboot, en ook in Oberglatt is er na halverwege al een uitstapmogelijkheid. De hele tocht duurt ongeveer drie uur. Je kunt een interessant artikel met een kleine kaart ter voorbereiding gebruiken.
De tocht gaat langs de luchthaven van Zürich en biedt unieke uitzichten op binnenkomende en vertrekkende vliegtuigen van allerlei soorten. Natuurreservaat en de oost-west runway van de luchthaven vormen een mooi contrast. Vooral de rivierbochten van Oberglatt tot Niederglatt zijn prachtig.
In Rümlang ga je van het station naar de Garbabrücke, de borden wijzen de weg naar de Glattuferwegen. Daarna kun je over de trap rechts van de Garbabrücke aan de Klotenerstrasse het water in.
Onder de spoorbrug bij Niederglatt moet je rekening houden met een sterke stroming.
In Oberglatt verlaat je het terrein van de luchthaven, rechts na de houten Hirschenbrücke. Kort daarvoor komt de Himmelbach erin. Na de slibsilov van de rioolzuiveringsinstallatie Fischbach-Glatt is er een laatste uitstapmogelijkheid. Je verlaat links onder de brug bij de fietspad de Glatt. Vanwege verschillende stuwen en bouwwerken met stenen blokken is doorgaan vanaf Oberhöri niet mogelijk.
Een rubberboottocht over het herstelde kanaal tussen Weesen en Schmerikon is pure ontspanning. De Linth verbindt de twee meren Walensee en Obersee/Zürichsee, deels via het Linth-kanaal, dat volledig vrij is van bijzondere gevaren.
De tochten tussen Weesen of Ziegelbrücke en het eiland Benken-Giessen (15 km) of van Benken-Giessen naar Schmerikon (7.2 km) kunnen naar wens worden samengesteld en gecombineerd. Ook Grynau (Uznach) is een geschikte instap- en uitstapplaats. Tussen Grynau en Schmerikon moet je dan ongeveer 35 min flink peddelen.
Er zijn geen kritische gevarenzones.
Je kunt de Rhône in Genève gebruiken voor een boottocht tussen de brug Pont Sous-Terre en Le Lignon. Naast mooie en romantische bruggen heb je hier ook het bijzondere uitzicht op enorme wooncomplexen, die een opvallend contrast vormen.
De tocht gaat langs het eiland Jonction, waar de Arve uit het Mont-Blanc-massief en de Rhône uit het Genèvemeer samenkomen. Na indrukwekkende steile rotswanden aan je rechterhand kom je uiteindelijk langs de Cité du Lignon.
Dit is een kolossaal complex, waarvan het hoofdgebouw met 980 meter lengte het langste woongebouw van Zwitserland is. De boottocht duurt ongeveer twee tot drie uur over de 5,5 kilometer lange route.
Je stapt in via een betonnen helling bij de brug Pont Sous-Terre. Vanuit Genève kom je hier met de trein naar het station Genève, neem daar buslijn 7 (richting "Vernier, Lignon-Tour") tot "Délices". Vanaf hier ga je recht vooruit naar de brug Pont Sous-Terre.
Op weekdagen vaart er drie keer per week een groot schip met afval op de route; blijf in dat geval dicht bij de oever.
De uitstapplaats bevindt zich rechts bij de voetgangersbrug, de Passerelle du Lignon. Van hieruit kun je de bushalte "Vernier, Lignon-Cité" bereiken via het pad naar de woningbouw Le Lignon in ongeveer tien minuten. De bus van lijn 7 rijdt elke 15 minuten naar Genève.
Op het Rheintaler Binnenkanaal vaar je tussen Montlingen in St. Gallen en Au, ongeveer 12 km op het ondiepe kanaal, zonder enige gevarenzones. Ongeveer drie tot vier uur varen laat je genieten van de Bregenzer Waldbergen.
Je doorkruist een vroegere veengebied, het huidige Natuurreservaat Bannriet. Bij een trap aan de linkeroever heb je een mogelijkheid om aan te leggen. Hier staan schaduwgevende bomen en er is een grillplaats. Tot Au is de stroming sterk genoeg, zodat er nauwelijks gepeddeld hoeft te worden.
Wie wil, kan de Böötle nog twee kilometer verlengen tot Sankt Margrethen, of zelfs nog eens 6 km tot de monding in het Bodenmeer bij de Marina Altenrhein. Deze laatste kilometers zijn echter zeer ondiep en vaak verstopt met bomen. Hiervoor heb je ondiepe legerknevels nodig, zoals ze worden verhuurd door de Steigmatt-Hof in Montlingen.
De Thur wordt beschouwd als een wild stromende rivier en is op sommige plekken ook geschikt voor een Böötle. De Thur is op weg naar de Hochrhein bijzonder mooi. Een zeer mooie route loopt van Gütighausen tot Andelfingen. Voor bijna tien kilometer heb je ongeveer drie uur nodig. Heb je dan nog niet genoeg, dan gaat de tocht gewoon verder. In Flaach is de laatste plek om uit te stappen voor de Rijnmonding. Daarna zijn er door het Natuurbeschermingsgebied Thurauen voor de monding in de Hochrhein geen verdere uitstapplaatsen. Ook het zwemmen is hier niet toegestaan. De volgende uitstapplaats is dan in Rüdlingen na in totaal 17 km en 4,5 uur.
Het waterpeil kan na hevige regenval in het stroomgebied ook in het laatste stuk van de rivier snel stijgen. De aanbevolen waterafvoer ligt tussen de 10 en 100 m3/s.
Foto Bron: