Huur
Huur van Aareböötle van Thun naar Bern
Duur: 6 uren
Het Böötle is een bijzonder populaire activiteit in de zomer voor families en vrienden. Böötle is het Zwitserduitse woord voor het jezelf laten drijven met een opblaasboot, luchtbed, opblaasbaar bootje of zelfs een zwemband op de Zwitserse rivieren.
Wat doe je bij het Böötle? Bij het Böötle stap je met je drijfmiddel op een plek in de rivier in en laat je je drijven. Je kunt op elke willekeurige plek uitstappen en met de trein of bus teruggaan naar het vertrekpunt. Vergeet niet je waterdichte tas mee te nemen met water, droge kleding, schoenen en alles wat je nodig hebt voor de terugrit.
Dit is bijvoorbeeld erg populair in Zürich, waar in de zomer veel vrienden, families en stellen zich met een klein opblaasbootje, een roze flamingo of een zwemband de Limmat laten drijven.
Met een bootje varen is een bijzonder populaire activiteit in de zomer voor families en vrienden. Bootje varen is het Nederlandse woord voor het met een rubberboot, een luchtbed, een opblaasboot of zelfs een zwemband jezelf laten drijven op de Zwitserse rivieren.
Wat doe je tijdens het bootje varen? Bij het bootje varen stap je met je drijvende voertuig op een plek in de rivier en laat je jezelf drijven. Je kunt op elk gewenst punt uitstappen en met de trein of bus terug naar het vertrekpunt gaan. Vergeet niet je waterdichte tas met water, droge kleding, schoenen en andere dingen die je nodig hebt voor de terugweg.
Dit is bijvoorbeeld heel populair in Zürich, waar in de zomer veel vrienden, families en koppels met een klein luchtbootje, een roze flamingo of een zwemband de Limmat afdrijven.
Bij het kiezen van de juiste route en de juiste rivier heb je de keuze uit veel opties. Helemaal onderaan de pagina vind je in de FAQ belangrijke informatie over uitrusting, veiligheid en specifieke gevaren bij het varen. Het is vooral belangrijk om op tijd de uitstap te maken voor gevaarlijke plekken, krachtcentrales en stuwen.
Bij het kiezen van de juiste route en de juiste rivier heb je de keuze uit heel wat mogelijkheden. We hebben hieronder in de FAQ belangrijke informatie voor je verzameld over uitrusting, veiligheid en concrete gevaren bij het raften. Vooral belangrijk is dat je op tijd begint met het verlaten van de rivier bij gevaarlijke punten, waterkrachtcentrales en dammen.
Er zijn talloze populaire vloottochten in Zwitserland. Hier zijn eerst de 10 mooiste rafttochten kort samengevat:
Aare: Thun naar Bern (3-4 uur): Dit is de bekendste en populairste Aare raftingroute, die van Thun over de legendarische Uttigen-stromingen naar Bern leidt. Deze route kan ook worden ingekort (Uttigen-Camping Eichholz)
Ticino (Tessin): Cresciano tot Arbedo (1,5 tot 2 uur): de rivier begint deels nog wild en komt langs beboste hellingen en kiezelstranden, met uitzicht op de Tessiner Alpen.
Reuss: Bremgarten naar Gebenstorf/Windisch (4 uur): een zeer schilderachtige route, die door de stroomversnellingen en rotsen, evenals een dam achter Bremgarten veel aandacht vereist; je kan hem inkorten in Mellingen.
Rhein: Stein am Rhein tot Schaffhausen (3,5 tot 4,5 uur): langs bossen, landbouwbewerkte gronden en romantische dorpen gaat het rustig naar Schaffhausen met de gigantische Rijnfall.
Linth: Wesen naar Schmerikon (3 tot 4 uur): De tour verbindt het Walensee met de Obersee.
Limmat: Zürich tot Dietikon (2 tot 2,5 uur): de route is druk bevaren en kan voor de zekerheid ook na de Höngger-dam worden begonnen.
Saane/Aare: Gümmenen naar Aarberg (3-4 uur): De rit gaat van de Saane naar de Aare, deels door een natuurreservaat (zwemmen is daar verboden).
Reuss: Sins naar Rottenschwil (3-4 uur): de route op de bovenste Reuss kan al vanaf Gisikon worden begonnen, de rit heeft nauwelijks gevaarlijke punten.
Rhein: Neuhausen am Rheinfall tot Rheinau (3-4 uur): De indrukwekkende Rijnfall kan aan het begin van een romantische rit naar het klooster Rheinau worden bewonderd.
Rhone: Genève, Pont Sous-Terre – Genève, Le Lignon (2 tot 3 uur): Het raften gaat door grotendeels onbekende delen van de Genèveregio met prachtige bruggen.
Niet iedereen wil meteen een eigen rubberboot kopen om deze vrijetijdssport te beoefenen. Een goede alternatieve zijn bootverhuurbedrijven, die vaak zelfs de boten brengen en ophalen. En voor mensen die zich om niets zelf willen bekommeren, zijn er begeleide Böötle.
De organisatoren hebben een veiligheidscertificaat en een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering. Ze bieden specifieke routes aan, begeleiden de rubberboten en letten op obstakels en gevaren. Hieronder zijn per rivier zowel bootverhuurders als aanbieders van begeleide tochten weergegeven.
Begeleide tochten zijn afhankelijk van de weersomstandigheden beschikbaar tussen mei en eind oktober.
Op het 27 km lange traject tussen Thun en Bern wemelt het in de zomer van de rubberboten die aan het Böötlen zijn. Dat is geen verrassing, want dit stuk is een van de meest populaire in Zwitserland. In 2011 waren er 598 boten met 1214 deelnemers. Hiermee werd het wereldrecord en een vermelding in het Guinness Book gevestigd.
Maar ook op het Kallnach- en Hagneckkanaal mag je met je opblaasboot lekker drijven, er zijn geen gevaarlijke plekken.
Het traject tussen Schwellenmätteli en de stuwdam Felsenau kun je ook gebruiken om te Böötlen, deze route is aangenaam rustig.
Tussen Wohlensee en Aargau is er een Böötlestrook die als een sportieve alternatieve wordt gezien. Deze route is meer een raftingroute en niets voor luiheid. Je moet samen met volle snelheid peddelen om vooruit te komen, want de Aare stroomt hier heel langzaam.
Verder vind je acht geschikte etappes voor een Böötle op de in totaal 288 km lange Aare tussen Biel (Nidau) en Full/Reuenthal:
Waterstand Aare: De aanbevolen afvoerhoeveelheid is in Brügg: <400 m3/s.
Bij het Böötle moet je de gebruikelijke instapplaatsen in de gaten houden. Deze zijn er bijzonder goed voor geschikt en hebben zich bewezen.
De waterinstapplaats in Thun bevindt zich bij Allmund-Schwäbis aan de rechteroever van de rivier, achter de Regiebrug bij restaurant Bellevue. Het station Schwäbis (Steffisburg) ligt er direct naast.
Je vindt meer instapplaatsen in Uttigen, Kiesen, Thalgut Wichtrach, Münsingen en Rubigen. Na de stuw Felsenau is er een andere instapplaats in Wylergut.
In Bern ligt de instapplaats aan Schwellenmätteli, Dalmaziquai 11, direct naast de Schwellenmätteli-restaurants.
In Wohlensee kan je eigenlijk overal instappen. Een mogelijkheid is de Wohleibrücke, die erg geschikt is voor het instappen.
In Nidau bij het Bielermeer vind je de instap voor Biel onder de sluis. Er zijn parkeerplaatsen en een toilet in de directe omgeving. Een volgende instapmogelijkheid vind je dichtbij het informatiecentrum Altreu aan de rivierbocht.
In Wangen a.A. stap je in naast de Städtli-brug.
In Aarwangen kun je nog voor het kasteel van links instappen bij de Schlipf voor het Pontonier-Clubhuis.
In Murgenthal aan de trap voor de Aarebrug van rechts.
Ongeveer vijf kilometer na de instap in Thun bereik je de spoorbrug bij Uttigen met de beruchte Uttigen-golf. Hier moet je het gewicht in de boot gelijkmatig verdelen en de golf centraal aanvallen.
Je moet regelmatig uitwijken voor passagiersschepen en af en toe voor een Wiff, en bij veerplaatsen moet je in het midden blijven varen.
Bij Münsingen moet je rekening houden met dood hout en ondiepten.
Voor een traject “rondom Bern” moet de stuwdam Engehalde worden omvaren.
In Büsen is het verboden om de Aare-zijtak „Häftli“ van de lente tot de herfst te bevaren.
Tussen Wangen a.A. en Murgenthal kom je door twee natuurreservaten waar in- en uitvaren verboden is. Voor de waterkrachtcentrale Wynau zijn de Aarestau Wynau en de oude grindgroeve Schwarzhäusern zo'n gebied. Je mag erdoorheen varen, maar je moet tien meter afstand van de oever houden. Hetzelfde geldt voor de „Vogelraupfi“ tussen Berken en Bannwil. Je moet het eiland op een afstand van minstens 50 m aan de zuidkant omvaren.
Na Wangen stapelen zich de waterkrachtcentrales op en voor de betreffende stuwen moet je absoluut uitvaren. Kort voor Aarwangen bereik je de waterkrachtcentrale Bannwill (omvaren aan de linkerkant), na Aarwangen de waterkrachtcentrale Wynau/Schwarzhäusern (ook aan de linkerkant omvaren), na Wolfwil komt de Aare-Cheer. Je moet de golven in de gaten houden! Na Solothurn bereik je de volgende waterkrachtcentrale: Ruppoldingen. Hier moet je naar rechts omvaren.
Andere gevarenzones zijn het keerwater Aare-Waage bij Aarburg en de rots Chessiloch voor de houten brug in Olten. De Aare wordt bij Aarburg door eenrotsklok naar links gedwongen. Dit creëert een grote keerwater – genaamd “Woog”. Het water stroomt door de vortex terug. Je kunt het Woog het beste aan de linkerkant omvaren.
Na Olten vaar je tussen Trimbach en Winznau in het krachtwerkskanaal (krachtwerk Olten-Gösgen). Vanwege een stroomtrek naar de dam moet je helemaal links langs de oever varen.
De stuwinstallatie in Aarau (krachtwerk Rüchlig) moet je voorzichtig benaderen. Het uitvaren vereist bijzondere voorzichtigheid. Je moet het beste helemaal rechts varen, vanwege de stroomtrek richting de dam. Meerdere boten moeten een voor een aanlanden.
In Brugg moet de rubberboot ongeveer 1.200 m worden gedragen. Om veiligheidsredenen moet de diepe en wilde kloof niet worden bevaren.
Het mondingsgebied Aare-Reuss-Limmat wordt Wasserschloss genoemd. Alle eilanden die daarbij horen, mogen niet betreden worden.
Bij het Klingnauer Stausee bevindt zich een beschermgebied van internationaal belang voor water- en trekvogels. Je moet alle natuurzones met een afstand van 50 m omvaren en de aangegeven toegang tot de uitlaatplaats absoluut volgen. Over het algemeen mag je wel door het natuurgebied varen, maar niet stoppen of aanlanden.
De volgende uittapplaatsen zijn getest en moeten om veiligheidsredenen ook gerespecteerd worden.
De populairste route voor Limmat-Böötle is het traject tussen Zürich en Dietikon. Het is goed bereikbaar met het openbaar vervoer en door de nabijheid van de grote stad altijd drukbezocht. De interessante mix van urbaniteit en mooie natuur biedt veel recreatiemogelijkheden.
De Limmat wordt op de 10 km tussen Zürich en Dietikon veel bevaren, maar je kunt ook pas instappen bij de Höngger Wehr om zo het ombooten bij de dam te vermijden. De door bevers natuurlijk gevormde oevers beginnen na het Werdinsel, achter de dam. Het verdere traject over Baden eindigt uiterlijk bij Kappelerhof.
Een populaire instapplaats is aan de rechterkant de trap bij het Wipkingerpark in Zürich. Dit is rechtstreeks bereikbaar met tramlijn 13.
Bus en tram bereikbaar. Direct na de Höngger Wehr is er een andere instapplaats. Het is de plek die aan de linkerkant wordt bereikt na het omdragen van de boten.
De Höngger Wehr is zeer gevaarlijk. Hier verongelukken regelmatig mensen die de uitgang missen. De uitlaatplaats voor de Höngger Wehr bevindt zich aan de linkerkant.
Bij de Mühliwehr vaar je links langs. Ook de dam bij het Kraftwerk Aue moet worden omzeild en uiterlijk voor de dam bij het Kraftwerk Kapellerhof moet je uitbooten.
Op het traject tussen Wipkingerpark en de Höngger Wehr (onderste Limmat) moet je volgens de veiligheidsinformatie van de stad Zürich bij een afvoer boven de 100 m3/s de Limmat niet met een rubberboot bevaren.
De uitstapmogelijkheden voor de Wehranlage Höngg zijn aan de linkeroever aangegeven. Je boot wordt uitgeboot bij de betonhelling. Je moet de boten 60 meter te voet omdragen.
De Allmend Glanzenberg is al een goede uitstap, omdat je hier naast veel ruimte ook toiletten en een directe toegang tot het S-Bahnstation Glanzenberg hebt.
De populairste route voor Limmat-Böötle is het traject tussen Zürich en Dietikon. Het is goed bereikbaar met het openbaar vervoer en is door de nabijheid van de grote stad altijd drukbezocht. De interessante mix van stedelijkheid en mooie natuur biedt veel ontspanning.
De Limmat wordt op de 10 km tussen Zürich en Dietikon veel bevaren, maar je kunt ook pas instappen bij de Höngger Wehr zodat je het ombooten bij de weir kunt vermijden. De door bevers natuurlijk vormgegeven oevers beginnen na de Werdinsel achter de weir. Het verdere traject voorbij Baden eindigt uiterlijk bij de Kappelerhof.
Een populaire instapplaats is rechts de trap van het Wipkingerpark in Zürich. Het is rechtstreeks bereikbaar met tram lijn 13.
Bus en tram zijn bereikbaar. Direct na de Höngger Wehr is er een andere instaplocatie. Dit is de plek die aan de linkerkant bereikbaar is na het omtragen van de boten.
Het Höngger Wehr is erg gevaarlijk. Hier gebeuren regelmatig ongelukken omdat mensen de uitstapplaats missen. De uitstapplaats voor het Höngger Wehr bevindt zich aan de linkerkant.
Bij het Mühliwehr vaar je links voorbij. Ook het weir bij het Kraftwerk Aue moet worden omzeild en uiterlijk voor het weir van het Kraftwerk Kapellerhof moet je uitbooten.
Op het stuk tussen het Wipkingerpark tot het Höngger Wehr (onderste Limmat) moet volgens de veiligheidsinformatie van de stad Zürich, bij een afvoer van meer dan 100 m3/s, de Limmat niet met een rubberboot worden bevaren.
De uitstapmogelijkheden voor de Wehranlage Höngg zijn links uithangend aangegeven. Je boot moet uitgeladen worden bij de betonrampe. Je moet de boten 60 meter te voet omtragen.
De Allmend Glanzenberg is al daarom een handige uitgestapplaats, omdat je hier veel ruimte, toiletten en een directe toegang tot het S-Bahnstation Glanzenberg hebt.
Voor vlottochten met een rubberboot is de licht gebogen Reuss een populaire keuze. De Reuss is op veel plekken een natuurwater. Ze biedt veel rust, maar heeft ook avontuurlijke gedeelten.
Tijdens de tocht passeer je enkele opmerkelijke bruggen, zoals de mooie houten douanebrug bij Sins. Houd rekening met kunstmatige obstakels en enkele stuwen, maar verder kun je de Reuss goed met het vlot verkennen. Ze heeft naast rustige stukken ook delen met een sterke stroming.
Met name de Onderste Reuss vraagt om je volle aandacht. Waarschuwingssignalen moet je altijd in de gaten houden en mogelijke in- en uitstapplaatsen alvast verkennen. Bijna op alle trajecten zijn er mogelijkheden voor een vroegtijdige uitstap.
Het gedeelte tussen Bremgarten en Gebenstorf is een populaire vlottocht op de Reuss. Het is 24 km lang en hoort bij de Onderste Reuss. Er zijn nog twee andere trajecten op de Bovenste Reuss tussen Sins en Rottenschwil en Gisikon en Rottenschwil.
De Reuss is de vier grootste rivier van Zwitserland. Omdat het een gletsjerrivier is, zijn er in juni en juli, vooral na extra regenval, vaak hogere waterstanden. Het varen met een rubberboot is daarom bij deze weersomstandigheden niet zonder risico.
De Onderste Reuss behoort tot de mooiste riviertrajecten.
De Bovenste Reuss komt langs de plaatsen Gisikon, Sins tot Rottenschwil.
Op het traject zijn er geen bijzondere gevarenplaatsen. In Ottenbach bij de stuw moet je je links houden. Bij het tegemoetkomen van grotere boten is extra voorzichtigheid echter geboden.
De populairste uitstapplaats is Rottenschwil, voor de Reussbrug links. Zowel parkeerplaats als bushalte Rottenschwil/Hecht liggen direct bij de uitstap. Maar je kunt ook in Ottenbach uitstappen. Tegen de tijd dat je bij het Kraftwerk Bremgarten bent, moet je vanwege de stuw uitstappen.
De populairste plek voor een Böötle op de Rijn is het stuk tussen Stein am Rhein en Schaffhausen. Het is ongeveer 18 km lang. Diessenhofen ligt ongeveer in het midden en kan ook als uit-stapplaats gebruikt worden. De Hochrhein wordt vooral ook aanbeden vanwege het romantische landschap.
Schaffhausen met de Rijnwaterval is een bijzonder hoogtepunt. Met 23 meter hoogte en 150 meter breedte behoort de Rijnwaterval tot de grootste en waterrijkste watervallen van Europa. Neuhausen (achter de waterkrachtcentrale Schaffhausen) als instapplaats voor een Böötle brengt je naar Rheinau (10 km) en Rüdlingen (20 km) en begint direct aan de Rijnwaterval.
Een Böötle tussen Rheinau en Eglisau is ongeveer 16 kilometer lang. In de aan beide zijden dichtbeboste kloof kunnen bevers en ijsvogels worden waargenomen. Na het omdragen van de boot bij de waterkrachtcentrale Eglisau is het mogelijk om zonder problemen verder te varen tot Hohentengen/Kaiserstuhl. Echter, op dit stuk moeten de peddels gebruikt worden.
Op het verdere stuk tot Koblenz/Waldshut is er bij Kadelburg de Koblenzer Laufen, een gevaarlijke stroomversnelling. Deze is daarom niet geschikt voor een zelf georganiseerde Böötle. Er worden echter begeleide Böötle-tochten door de Koblenzer Laufen aangeboden.
De riviergids Hochrhein informeert overzichtelijk over in- en uitstapplaatsen en ook over gevaarlijke plekken, zelfs op minder bekende routes. Hij is daarom goed bruikbaar voor extra informatie over geselecteerde routes. Aangezien deze riviergids is geschreven voor kano, kajak, raft, roeiboot of weidling, zijn echter veel van de vermelde routes niet geschikt voor het Böötle.
Voor boottochten is het belangrijk om van tevoren de geschikte instaplocaties te kennen.
De Ticino wordt op de laatste kilometers voor zijn samenvloeiing met het Lago Maggiore gekanaliseerd en stroomt bijzonder rustig. De oevers zijn verstevigd en langs de rivier staan rietkragen die naar het meer wijzen. Hier neemt de stroming ook af. Na het uitbooten kun je nog een sundowner genieten bij de strandbar.
De tochten worden ofwel tussen Cresciano en Bellinzona of Bellinzona en Magadino gemaakt en duren respectievelijk 1,5 en 2,5 uur voor 10 en 16 kilometer. De rivier Ticino wordt ook Tessin genoemd. Het Tessiner-gebergte torent boven je tijdens de boottocht.
Het waterpeil bij Bellinzona is met 15-100 m3/s ideaal voor een rubberboottocht.
De rivier Ticino, die vanaf Cresciano deels nog wild is, stroomt langs kiezelbanken en beboste hellingen die uitnodigen om te grillen. Het varen bij een laag waterpeil is niet aan te raden.
In Cresciano leidt een pad onder het sportveld naar de oever bij de instapplaats. Je reist van Bellinzona via Castione naar de bushalte Cresciano, Paese. Vervolgens ga je te voet verder.
De instap Bellinzona bereik je door naar de brug te lopen vanaf bushalte „Bellinzona, Via Lepori“. Van daaruit ben je direct bij het water.
Kort na de instap in Cresciano zijn er enkele schuimen. Tussen de stenen moet je oppassen voor giftige adders, na de Passerella di Claro-Gnosca aan de linkerkant is er een stenen dam.
Op het traject tussen Bellinzona en Magadino zijn er naast enkele grote rotsblokken in het water geen gevaren.
De uitstapplaats Bellinzona ligt vlakbij een bushalte. Uittappen is ook al mogelijk bij Arbedo. In Arbedo mondt de rivier Moësa na de snelwegbrug in de Ticino, direct na de samenvloeiing aan de linkerkant kun je uitbooten. Vanaf de uitstapplaats heb je ongeveer 10 minuten lopen naar de bushalte Arbedo, Molinazzo.
Magadino ligt al in het Lago Maggiore. Zodra je over de Ticino in het Lago Maggiore bent aangekomen, richt je je op de witte kerk van Magadino. Daaronder is een klein schiereiland waar je kunt uitbooten. De bushalte „Magadino, Casa Comunale“ vind je enkele stappen de hoofdstraat omhoog.
De Glatt is maar 38,5 km lang, maar lang genoeg voor een aangename boottocht door de natuur. De rivier stroomt van de Greifensee naar de Rijn. Geschikt voor een tocht met een rubberboot is het ongeveer acht kilometer lange stuk tussen Rümlang en Oberhöri, maar ook in Oberglatt is er na een halve weg al een uitstapplek. De totale tocht duurt ongeveer drie uur. Je kunt hier een interessant artikel met een kleine kaart gebruiken ter voorbereiding.
De tocht gaat langs de luchthaven van Zürich en biedt unieke uitzichten op aankomende en vertrekkende vliegtuigen van allerlei soorten. Natuurreservaat en de oost-westbaan van de luchthaven vormen een mooi contrast. Vooral de rivierbochten van Oberglatt tot Niederglatt zijn bijzonder mooi.
In Rümlang loop je van het station naar de Garbabrücke, de borden wijzen je de weg richting de Glattoevers. Daarna kun je via de trap rechts van de Garbabrücke aan de Klotenerstrasse het water in.
Onder de spoorbrug bij Niederglatt moet je rekenen op sterke stromingen.
In Oberglatt na het verlaten van het luchthaventerrein, rechts na de houten Hirschenbrug. Kort daarvoor mondt de Himmelbach uit. Na de slibsilod van de zuiveringsinstallatie Fischbach-Glatt komt de laatste uitstapplaats. Je verlaat de Glatt links onder de brug bij het fietspad. Vanwege verschillende stuwen en bouwwerken met stenen blokken is verdervaren vanaf Oberhöri niet mogelijk.
Een rubberboottocht over het heringestelde kanaal tussen Weesen en Schmerikon is pure ontspanning. De Linth verbindt de twee meren Walensee en Obersee/Zürichsee, gedeeltelijk via het Linth-kanaal, dat helemaal vrij is van bijzondere gevaren.
De tochten tussen Weesen of Ziegelbrücke en het eiland Benken-Giessen (15 km) of van Benken-Giessen naar Schmerikon (7,2 km) kunnen naar wens samengesteld en gecombineerd worden. Ook Grynau (Uznach) is een geschikte in- en uitstapplaats. Tussen Grynau en Schmerikon moet je dan ongeveer 35 minuten flink peddelen.
Er zijn geen kritische gevaren.
Een rubberboottocht over het herstelde kanaal tussen Weesen en Schmerikon is pure ontspanning. De Linth verbindt de twee meren Walensee en Obersee/Zürichsee, deels via het Linth-kanaal, dat volledig vrij is van bijzondere gevaren.
De tochten tussen Weesen of Ziegelbrücke en het eiland Benken-Giessen (15 km) of van Benken-Giessen naar Schmerikon (7.2 km) kunnen naar wens worden samengesteld en gecombineerd. Ook Grynau (Uznach) is een geschikte instap- en uitstapplaats. Tussen Grynau en Schmerikon moet je dan ongeveer 35 min flink peddelen.
Er zijn geen kritische gevarenzones.
Je kunt de Rhône gebruiken voor een Böötle in Genève tussen de brug Pont Sous-Terre en Le Lignon. Naast mooie en romantische bruggen heb je hier ook de bijzondere achtergrond van enorme woonblokken, die een speciaal contrast vormen.
De tocht gaat voorbij het schiereiland Jonction, waar aan het uiteinde de Arve uit het Mont-Blanc-massief en de Rhône uit het Meer van Genève samenkomen. Na machtige rotswanden aan de rechterkant kom je uiteindelijk langs de Cité du Lignon.
Dit is een kolossaal complex, waarvan het hoofdgebouw met 980 meter lengte het langste woongebouw van Zwitserland is. De Böötle duurt op de 5,5 km lange route ongeveer twee tot drie uur.
Via een betonnen helling ga je aan boord bij de brug Pont Sous-Terre. Vanuit Genève kom je hier met de trein naar Genève, neem daar buslijn 7 (richting "Vernier, Lignon-Tour") tot "Délices". Vanaf hier loop je recht door naar de brug Pont Sous-Terre.
Op weekdagen vaart er op de route drie keer per week een groot schip met afval; in dat geval moet je dicht bij de oever blijven.
De uitstap bevindt zich rechts bij de voetgangersbrug, de Passerelle du Lignon. Van hieruit kun je de bushalte "Vernier, Lignon-Cité" via het voetpad naar de woonwijk Le Lignon in ongeveer tien minuten bereiken. De bus van lijn 7 vertrekt elke 15 minuten naar Genève.
Op het Rheintaler Binnenkanaal vaar je tussen Montlingen in St. Gallen en Au zo'n 12 km over het ondiepe kanaal, zonder gevaarlijke plekken. Ongeveer drie tot vier uur varen laat je genieten van de Bregenzer Waldbergen.
Je doorkruist een voormalig veengebied, het huidige Natuurreservaat Bannriet. Bij een trap aan de linkeroever heb je een mogelijkheid om aan te leggen. Hier staan schaduwgevende bomen en er is een barbecueplek. Tot Au is de stroming sterk genoeg, zodat je bijna niet hoeft te peddelen.
Als je wilt, kun je het Böötle nog twee kilometer tot Sankt Margrethen uitbreiden, of zelfs nog eens 6 km tot de monding in het Bodenmeer bij de Marina Altenrhein. Deze laatste kilometers zijn echter erg ondiep en vaak met bomen versperd. Hiervoor heb je platte leger rubberboten nodig, zoals ze worden verhuurd door de Steigmatt-Hof in Montlingen.
De Thur wordt beschouwd als een wilde rivier en is op sommige plekken ook geschikt voor een Böötle. De Thur is op weg naar de Hochrhein bijzonder aantrekkelijk. Een heel mooi traject loopt van Gütighausen tot Andelfingen. Je hebt voor bijna tien km ongeveer drie uur vaartijd nodig. Heb je dan nog niet genoeg, dan kun je gewoon verder gaan. In Flaach is er de laatste uitstapplaats voor de Rijnmonding. Daarna zijn er vanwege het Natuurlijk Beschermingsgebied Thurauen vóór de monding in de Hochrhein geen verdere uitstapplaatsen. Ook is het hier niet toegestaan om te zwemmen. De volgende uitstapmogelijkheid is in Rüdlingen na in totaal 17 km en 4,5 uur.
Het waterpeil kan na grote regenval in het brongebied ook in het laatste riviersegment snel stijgen. De aanbevolen waterafvoer ligt tussen 10 en 100 m3/s.
Foto Bron: